Hoofdstuk 3
De zondeval
Voordat God de aarde schiep, had Hij al andere levende wezens geschapen. Die woonden bij Hem in de hemel en een deel woont daar nog steeds: de engelen. Engelen zijn voor ons meestal onzichtbare wezens. De engelen dienen God en bezitten eigenschappen die wij mensen niet hebben.
God had één engel bijzonder mooi geschapen, dat was de engel Lucifer. Lucifer besefte zijn positie en werd daardoor hoogmoedig. Hij probeerde zich vervolgens boven God te verheffen. God verbande hem daardoor naar de aarde en veranderde zijn naam in Satan. Satan wist daarbij een deel van alle engelen over te halen om met hem mee te gaan. Het aantal daarvan is onbekend, we weten alleen dat het er “velen” zijn.
Alle engelen die daardoor nu op aarde zijn, de gevallen engelen genaamd, zijn God ontrouw geworden en hebben zich tegen Hem gekeerd. Een ander woord voor een gevallen engel is een demon. De demon Satan is de duivel, de grote tegenstander van God! Hij is tevens de aanvoerder van alle demonen die hier op aarde rondzwerven. Alle mensen staan onder een macht. Mensen die met God leven zijn onder de macht van God. Mensen die zonder God leven zijn onder de macht van Satan. Zie voor de resultaten van dat laatste het dagelijks journaal. Je mag voor jezelf weten onder welke macht jij valt.
God schiep de mens als een onsterfelijk wezen, de dood bestond namelijk nog niet. Hij noemde de eerste mens Adam. God sprak rechtstreeks met Adam, zo had Hij dat immers ook bedoeld. Voor Adam was deze wijze van communiceren dan ook de normaalste zaak van de wereld. God gaf Adam vervolgens een vrouw: Eva. Adam en Eva leefden volstrekt zorgeloos in het paradijs. Het paradijs lag trouwens ergens in het tegenwoordige Midden-Oosten. Ze hadden relatie met God, leefden naar Zijn wil en waren Hem dan ook volledig gehoorzaam, want het ontbrak hen aan niets. So far so good!
Even een uitstapje: God had ons zodanig kunnen maken dat wij altijd precies zouden doen wat Hij zou willen. Een soort robotje dus. Het krijgen van een relatie met God zou daarmee echter onmogelijk zijn. Een relatie kan immers alleen worden aangegaan wanneer beide partijen de wil daartoe tonen. God gaf ons daarom een eigen wil, opdat wij zelf beslissingen konden nemen. Alleen samen besluit je of je een relatie aangaat. God zal die relatie trouwens nooit weigeren! De keus om wel of geen relatie aan te gaan zal dus altijd van de ander afhangen en nooit van God! |